Een vrouw die er aan gewend is dat haar man altijd loopt te klagen als hij thuiskomt, is helemaal verrast als haar man fluitend thuiskomt en vraagt of ze met hem mee naar boven gaat. Boven aangekomen vraagt hij of ze zich uit wil kleden en of ze op haar hoofd voor de spiegel wil gaan staan. De vrouw gaat opgewonden op dit verzoek in. Zodra zij voor. de spiegel staat legt de man zijn hoofd in haar kruis, kijkt in de spiegel én roept klagend uit: 'Een baard staat mij ook al niet.'